Posts Tagged ‘strand’

Ik kon het ook niet helpen

Ik kon het ook niet helpen

Dat ik dit gesprek moest aanhoren. Zit je daar heerlijk in de zon, en zit er een man en vrouw naast je die elkaar voor het eerst schijnen te ontmoeten. Niets mis mee uiteraard, en mijn oren mankeren nog niets, tsja..
‘Had je gedacht dat ik er zo uit zou zien?’
‘M, ja een beetje wel.’
Een blind date? Zal toch niet? Hallo, stikt van de sociale media. Foto’s overal, Google, alles heb je.
‘Ja, op de foto ben ik nog wat minder grijs. De foto is alweer van een paar jaar geleden.’ Waarom neem je die dan? En begin niet hoe je er zelf uitziet, want ze zit voor je! Misschien een blind date, maar ze is niet blind. En dan hoor ik iets onvoorstelbaars. Iets wat je nooit mag en kan doen. Hij zei het echt. Man wat stom, stom, stom.
‘Ik zie dat jij ook een beetje grijs bent, verf je het?’ Allemachtig, twee fouten, nee twee hele grote fouten achter elkaar. Ten eerste ga je niet over het haar beginnen. Je kunt net zo goed je handen in een wespennest steken. Wat je erna doet maakt niet meer uit. Gestoken word je. De vraag is alleen hoeveel keer. En dan de volgende. ‘Verf je het?’ Allemachtig, hoe haal je het in je hoofd? Nooit over het haar beginnen! Echt nooit. Het enige wat je kan zeggen over het haar van een vrouw is: “Goh, wat zit je haar leuk!” Meer niet! Maar dan ook echt helemaal niets meer. Daarna direct over iets anders beginnen. Direct de aandacht van het haar af leiden, anders zal het niet de avond worden die je had voorgesteld. Maar nee, het ging nog door. ‘Want jaa, ik heb een kennis en die verft het haar helemaal grijs. Dat vindt ze leuk.” Wie interesseert het? En weer dat grijs naar voren halen. Beide waren een jaar of achter in de vijftig schat ik. Hij een beetje opgeblazen, krulletjes. En zij vol slank, blond met tikkeltje grijs. Read the rest of this entry →

29

04 2014

Warmte, lang uitgestelde warmte

Warmte, lang uitgestelde warmte

Vandaag een auto gehuurd met z’n vieren hier op Lesvos, want zo schrijven ze het hier. Kaartje meegekregen met bijzonderheden. Pas om negen uur vertrokken, want ik ben op vakantie. Dat het dan al smoor heet is zal me een worst wezen. Ik wil gewoon zweten als een otter. Er zit in de half open jeep zelfs een airco, die zetten we echt niet aan! Snel op weg. Waarom eigenlijk? We zijn op vakantie toch. Wij Nederlanders hebben dus direct al weer een kaart voor ons om niets te hoeven missen. En als het even kan de kortste weg naar al die bijzonderheden. We rijden door een landschap dat dor, droog en verlaten is. Hier en daar een soort van boerderij, wat geiten, een waterput en een groente tuintje. Zo te zien voor eigen gebruik. De wereld draait hier ook door, weliswaar zo’n tachtig jaar terug in de tijd. Maar gaat gewoon door. We rijden een dorpje binnen, en de mensen kijken je aan. Wat komen die in godsnaam doen? Een vrouwtje in een zwarte jurk zit buiten voor de deur aardappels te schillen. Ik knik vriendelijk, en ze houdt even op met schillen. Niks stress, niks haast. Gewoon de dagelijkse dingen afwerken, en het leven gaat voort. Alles gaat hier met de tijd mee, niet tegen de tijd zoals wij dat doen. Vaste tijden, vaste plannen, vast werk. En ja ook de vakantie staat vast, en moet overal tussen worden gepland. En zijn deze mensen minder gelukkig? Dat denk ik niet. Ik kan het ze niet vragen, want ik versta werkelijk niets van Grieks. Maar het lijkt in ieder geval zo. Europese unie, wat is dat? Crisis, nooit van gehoord. Het kabbelt hier verder zoals het kleine riviertje een eindje verder uitkomt in een poel met schildpadden. Read the rest of this entry →

25

06 2013

Vijfhonderd jaar in slaap

Vijfhonderd jaar in slaap

Het was een groot insect. Met zes vleugel paren en lange poten. Van voren twee graaf klauwen waarmee het uitstekend kon graven. Hij zag er uit als een uit de kluiten geschoten wesp, maar dan nog veel groter. Geel, en smaragd groen schitterde in het zonlicht. Een levensloop van vijfhonderd jaar. Diep in de grond zat hij al die tijd verscholen, En was al maanden bezig om zich een weg omhoog te werken. Vijfhonderd jaar terug had het zich als grote larf ingegraven, om na transformatie net als een vlinder weer boven te komen om zich voort te planten. Een wonderlijk insect wat niemand meer bewust had gezien. Het meest wonderlijke was waarschijnlijk nog wel dat een tweede metgezel, in dit geval een vrouwtje. Die zich ook een weg omhoog baande. Ze waren de laatste van een oud ras. Een insect zo lelijk, en tegelijkertijd ook weer mooi. Maar wat nu nog niemand weet dat dit insect een dodelijk virus bij zich droeg. Een virus dat in de middeleeuwen al honderdduizenden doden had veroorzaakt. Niemand wist waar dit virus toen uit voortgekomen was. Uit ratten dacht men toen. Maar ratten hebben we nog altijd. En het virus, de pest kennen we niet meer. Maar na het paren zouden honderd duizend eitjes worden gelegd. En diep in zich het pest virus. Dood en verderf zou dit gaan veroorzaken voordat ook maar iemand wist wat dit was. Nog maar een meter te gaan, en de pest zou opnieuw op de loer liggen. Het insect…. Wat voor naam zouden we het hebben gegeven? Pest-kever? Doods Libelle? Ik weet het niet. Nog maar enkele centimeters te gaan. En aan de andere kant van de rivier was het vrouwelijke insect al boven gekomen. Read the rest of this entry →

27

06 2012

De laatste helikopter voor Kerstmis

De laatste helikopter voor Kerstmis

Paul had net een vracht met speciaal voedsel op het platform afgeleverd. Het was bedoeld voor de speciale kerst maaltijd aan boord van het olie productie platform. Het platform staat zo’n tachtig kilometer voor de kust van Brazilië. Nu snel terug, en naar huis toe. Dit was ook nog twee dagen reizen. Aansluitend was Paul dan drie weken vrij. Z’n gedachten waren al thuis. Hij dacht aan zijn kinderen en kleinkinderen. Allemaal weer bij elkaar. Eens per jaar was het dan heel druk in huis. Maar dat hoorde er gewoon bij. Al die stemmen door elkaar van de kleinkinderen. Van hoog tot laag. Af en toe een kreet van de kinderen of het wat rustiger kon. Normaal vlogen ze altijd met z’n tweeën. Maar zijn collega zou anders een vliegtuig later moeten nemen. En Paul had hem weg gestuurd. ‘Ga jij nu maar. Ik red die laatste vlucht wel alleen.’ Op de heenweg was net al slecht weer geworden. Maar een helikopter kan heel wat verdragen. Maar wat hij nu zag op zijn radarscherm werd hij niet blij van. Donkerrode wolken partijen. Dit betekend onweer. En in dit gebied kan het aardig tekeer gaan. Paul besloot maar een stuk om te vliegen. Tikte eens op zijn brandstof meter. Dit moest nog makkelijk gaan. Paul droomde weer half weg denkend aan thuis. Grote kerstboom, met alle cadeaus eronder. Kerstmuziek op de achtergrond. Maar ineens een grote lichtflits. ‘Wat krijgen we nu? Komt dat slechte weer mee of zo?’ Paul draait snel aan het knopje van zijn radar scherm om wat uit te zoomen. Plots breekt het zweet hem uit. In plaats dat er beter weer zou zijn aan deze kant. Leek dit nog tweemaal zo erg. Brandstof om nog eens om te vliegen was er niet meer. Dus was het nu recht door het onweer heen. Hij maakte een flauwe bocht naar rechts, om met de neus recht tegen het front in te vliegen. Na één kilometer is het al raak. Heftige luchtbewegingen zorgen dat de helikopter als een steen naar beneden valt. Om vervolgens weer met een noodgang omhoog te vliegen. Read the rest of this entry →

23

12 2011

Kleine steentjes

Kleine steentjes

Kleine steentjes zijn fijn. Ze worden ook wel zand genoemd. Als ik aan zand denk komen er vele beelden bij mij op. Vaak als eerst witte zandstranden, met blauwe lucht en bijpassende palmbomen. Dames schaars gekleed, zon en warmte. Maar ook de Nederlandse kust. Weliswaar zonder palmbomen, niet altijd blauwe lucht. Maar toch, aangenaam dito dames en het kan ook warm zijn. Maar ook metsel zand. Lekker grof, grondlucht en plakkerig. Verder kan je er ook niet veel mee. Zandtaartjes blijven niet staan. Dan hoor ik stemmen van kinderen. Omgeven door meestal zware stenen “de zandbak”. Met scheppen in hun handjes gaan ze tekeer. In ons hart zijn we allemaal een beetje Duits. Alsof ze naar Japan willen graven. De ene kuil na de andere. Gelukkig zijn ze niet zo groot. Dus meestal wordt het ene gat met het ander gevuld. Avonds weer goed afgedekt. Anders dient deze nachts onderdak voor een heel ander soort fenomeen. Het zand gaat er beter van plakken, maar het stinkt zo. Maar ook heel fijn verdeeld over een bruin papiertje. Meestal niet echt een hobby voor de meeste mensen. Want na gebruik komt de verf. Te dik te dun, te veel wind, haren die loslaten. En net als je denkt, er zit niets aan m’n kleren. Ligt er een prachtige vlek op je straatje. En krijg het daar maar eens uit. Een doek met heel veel terpentine. En zowaar ben je er in geslaagd de vlek minimaal tien maal zo groot te maken. En net als je denkt, oh ja dit was niet mijn hobby met aderen als tuinslangen in je nek komt moeder de vrouw kijken. ‘wist je dat er een hele grote vlek achter je licht?’ Read the rest of this entry →

07

11 2011