Archive for the ‘Korte verhalen’Category

Voorlezen

Voorlezen.

De eerste keer dat ik werd voorgelezen was over Pinkeltje. Iets met een bloempot en een vrouwtje. Het maakte eigenlijk niet uit waar het over ging. Elke dag om dezelfde tijd las de juffrouw een stukje voor. Het was vooral de tijd die verstreek naar de klok van drie uur. Het was gewoon een ritueel, het pakken van dit boek. Naast een grote fles met een Pelikaan erop. Wat Pelikanen ooit met inkt te maken zouden kunnen hebben was mij toen al een raadsel.  Een inktvis was voor mij zoveel logischer geweest. Als je toch zo kon lezen dacht ik altijd. En dan komt de tijd dat je zelf kunt lezen. Je eerste spreekbeurt voor de klas. Thuis heb je het verschillende keren doorgelezen, en denkt het nu perfect te kunnen. Maar voor de klas sta je ineens te kijken in vijfendertig paar ogen. Blijkbaar verwachten ze wat van je. Sputterend begin je het verhaal. Toon verkeerd, komma´s, punten. Doe ik wel iets goed met dit voorlezen? Applaus na je voorlezen, toch nog iets goed dan. Maar het voorlezen gaat door. Een vriendelijke man in een zwart pak met hier en daar een witte streep. Keurige pet op, en bijbehorende auto wit met oranje opsmuk. ‘Volgens de hier geldende normen zal u dit zo’n 150 gulden gaan kosten.’ Goed voorgelezen, geen enkele fout. Maar niet zo blij als met het Pinkeltje verhaal. Dan krijg je kinderen die je voorleest voor het naar bed gaan. Later kleinkinderen die meestal worden voorgelezen door oma je eigen vrouw dus. Oma kan het veel beter, dus luister ik stil mee onder aan de trap. Zo geniet ik weer van het voorlezen, en waan mij weer terug in die klas met het boek van meneer Laan. Maar het is deze keer geen Snorrebaard de kat. Het is een dikke generatie verder met Dikkie Dik in de hoofdrol. Oma heeft een keuze uit een hele stapel boeken. Maar het moet altijd Dikkie Dik zijn. Ze kunnen het van voor naar achter uit hun hoofd. Maar pak geen ander boek dan deze. Een zaaltje ergens achteraf met veel groen. Mensen in aangepaste kleding komen één voor één binnen. Ze praten zachtjes, en soms een lach, en dan weer tranen. Het is niet leuk als iemand doodgaat. Het is toch altijd te vroeg, ook al zijn ze oud. Maar meestal te jong. Je hebt het geschreven, je moet het voorlezen. Ook al zou je nu liefst het briefje geven aan de persoon in grijs pak die alles begeleid. Je hartslag is wat hoog, denkend aan het moment dat jij voor de microfoon staat. Het zaaltje is warm, de zon prikt door de dikke gordijnen heen die het toch wat donkerder hadden moet maken. Het is ook helemaal geen weer voor een begrafenis. Read the rest of this entry →

19

11 2013

Met de boot van Hellevoetsluis naar Amsterdam. Gasten aan boord: Mark Rutte, Marianne Thieme, en Alexander Pechtold.

Met de boot van Hellevoetsluis naar Amsterdam. Gasten aan boord:  Mark Rutte, Marianne Thieme, en Alexander Pechtold.

 

Heeft u dit ook wel eens, dat er vragen worden gesteld aan mensen uit de politiek. En die maar geen antwoord willen geven op de gestelde vragen. Ook de reporter zich om de tuin laat leiden. Tenen krommend is dit. Nu was ik vandaag toevallig in de haven van Hellevoetsluis. En had wat mensen uitgenodigd om een stukje te gaan varen. Het was Mark R, Alexander P, en Marianne T. We zouden naar Amsterdam varen, en daar wat rondhangen. Maar voor we vertrokken moesten we wat eten en drinken inslaan.

‘Marianne, zou jij wat eten kunnen inslaan? Er is een supermarkt hier om de hoek.’

‘Oh, omdat ik een vrouw ben of zo?’

‘Welnee, maar ik dacht jij hebt nog al verstand van dieren en zo, hamburgers frikadel.’

‘Oh nee, er komen alleen biologisch gekweekte dingen aan boord, en zeker geen dierenleed.’

‘Maar natuurlijk, neem je tas mee het is rechtsaf. Zo heren, zullen wij de rest van de boot controleren. Alex, als jij wil kijken of er genoeg brandstof in de tank zit. En Mark het water en buitenverlichting. Ik ga ondertussen het liggeld afrekenen.’ Het is best druk bij de havenmeester, dus ik ben aardig wat tijd onderweg geweest. Fluitend loop ik terug, klaar om te vertrekken. Ik stap op de boot, en zie beide heren aan het kleine tafeltje zitten met een borrel. Read the rest of this entry →

15

06 2013

Het boodschappen briefje

Het boodschappen briefje

Vanmiddag lag van een vorige gebruiker van ons karretje het volgende briefje:
‘Stoelkussen hoesjes, koekjes, rouwkaarten’. Ik begin dan direct te denken wat voor leed zit hier achter? Of helemaal geen leed. Maar het volgende zou gebeurd kunnen zijn. Kees en Astrid woonden alweer bijna tien jaar in hun nieuwe huis. Ze hadden jaren hiervoor gespaard om dit te kunnen bouwen. Ze wilden eigenlijk eerst kinderen, nog voor ze getrouwd waren. Woonden in een huur huisje met aansluitend tuintje. Voor hun was dit al ruim voldoende om aan kinderen te denken. Ze oefenden wat af zal ik maar zeggen. Het maakte niet uit, een kindje was altijd welkom. Maar na twee jaar spontaan doen was de lol er toch aardig af. Bedoel, niet dat ze elkaar niet meer leuk vonden. Maar er zou onderhand iets gebeurd moeten zijn betreft de bijtjes en de bloemetjes. Toen kwam de tijd van alles goed doen. Op het eten letten, alles gezond. Niet te laat naar bed toe. En ja, ook de eisprong werd nauwlettend in de gaten gehouden. Hij was er zelfs al een keer voor naar huis gekomen midden op de dag. Maar het hielp allemaal niets. De dokter stelde een onderzoek voor beide voor. Hieruit kwam voor beide het nieuws als bij donderslag. Bij haar was de ontwikkeling tijdens de jeugd niet goed gegaan. Er waren verschillende vernauwingen. En bij Kees was het al niet veel beter. Read the rest of this entry →

13

05 2013

Het gebeurde in Den Helder, katten gejank

Het gebeurde in Den Helder
Katten gejank

Een jaar of wat geleden maakte men zich niet zo druk of de katten jongen kregen. De dierenarts kost geld, en de jonge katjes kon je altijd wel kwijt. Maar de laatste dagen, maar vooral nachten waren onrustig in Den Helder. De naoorlogse huisjes met de vele schuttingen en schuurtjes waren ideaal voor de buurt katten. Maar bij deze familie was de maat vol. Al nachtenlang waren de gevechten met bijbehorend gekrijs niet leuk meer. Water hebben ze hekel aan, maar weleens en kat kunnen raken met water? Juist, dat lukt maar zelden. Maar uit pure frustratie kun je altijd een poging wagen. Maar de dag gaat voort, en ben je de nacht al weer snel vergeten. Aan het aangrenzende pand woonde ook een hardwerkende huisvader. Hij werkte op een scheepswerf. En er waren die dag mensen op de werf die de tussenwanden kwamen isoleren. Nu kennen wij allemaal die handige bussen pur schuim. Maar die hebben ze voor dit werk ook in een grotere versie. Het zit in een grote soort butaan fles. Een slang er aan voor tussen buizen en wanden te spuiten. Onze buurman kon hier wel wat van gebruiken voor zijn eigen huis. Hij mocht de fles wel in het weekeind gebruiken. Read the rest of this entry →

Ontsnapping uit het Kamp Vught

Ontsnapping uit het Kamp Vught

Dit is een waar gebeurd verhaal van mijn oom uit 1942. Het verhaal is door mij bewerkt, maar berust op waarheid.
Frans werkte bij Wilton in Schiedam, een scheepsreparatie bedrijf. Niet dat Frans specifiek in de scheepsbouw zat. Maar Frans was handig, en er moet toch geld worden verdiend. In die tijd werden de schepen nog met klinknagels bewerkt. Tot er een brief binnen kwam waarin stond dat Frans zich moest melden voor de keuring om in Duitsland te gaan werken. Daar had hij zeker geen zin in. Hij was iemand van vrijheid en vaderland liefde. En zou dit zeker niet gaan doen. Hij vluchtte naar Frankrijk, waarom? Hij wist het zelf niet. Als het maar niet naar Duitsland was. Hij zou deze niet helpen aan deze oorlog machine. Maar ook daar waren de Duitsers. En moest toch voor de Duitsers aan het werk. Hij besloot dan maar om daar de boel zoveel mogelijk te verstieren. Wat bruikbaar was gaf hij aan de lokale boeren. De rest werd vernield. Tot het te heet onder Frans z’n voeten werd. En moest vertrekken. Zonder verlofpas of papieren wist hij Nederland weer te bereiken. Frans was ongeveer drie maanden thuis toen hij in mei van zijn bed werd gehaald. Door drie Hollandse landwachters. Dit waren vaak de fanatiekste, nog erger dan Duitsers. Die waren vaak gestuurd, en moesten wel meedoen. Maar deze vuile verraders waren uit zichzelf overgelopen. Read the rest of this entry →

08

05 2012

Het gebeurde in Den Helder, de proppen-buis

Het gebeurde in Den Helder
De proppen-buis

Zoals bij alle kinderen is daar de tijd van de proppen buis. Meestal rond een jaar of negen. Ook Jaap had met zijn vriendje Jelle twee mooie buizen op de kop getikt. Er waren genoeg huizen in aanbouw. En dan waren er altijd wel stukjes rondom de bouwplaats te vinden. Twee mooie stukken, niet te lang, en niet te kort. Van de “Donald Duck” kon je de beste draaien. Het was even een slag om ze te draaien. En dan likken om een messcherpe punt er aan te maken. Het puntje paste precies in het gleufje dat je van je tong maakte. En dan op jacht. Stond er een raampje van de buren open. Hop, dan konden er een paar naar binnen worden geschoten. Een mooie plant in de vensterbank? Natuurlijk, daar passen er wel een paar in. De plaatselijke kat…. Oeps, die is snel weg. En ja dan ga je je vervelen. Een glaasje limonade bij Jaap thuis dan maar. Plots zag Jaap dat er een klein spleetje in de afwerking van het plafon zat. Read the rest of this entry →

08

04 2012

Het gebeurde in Den Helder

Het gebeurde in Den Helder

Jaap was twaalf en Jelle was tien. Het was vakantie, en prachtig weer. Achtenveertig jaar geleden. Een rij woningen, smalle tuintjes en ingericht naar de tijd. Er bestond nog een kolenhok en klopstok. Korte uitleg: kolenhok was nodig voor de kolenkachel. En klopstok waren stalen pijpen, rechtop in de grond. Met daartussenin nog een horizontale pijp. Hier kon je de kleedjes ophangen, die dan uitgeslagen werden. Daarboven waren lijnen gespannen voor de was. Onmisbaar voor die tijd. Elk tuintje was een kopie van de volgende de volgende, en zo voort. Bij het schuurtje was een mast gemaakt, hier kon pa eventueel een vlag in hangen. Hij stond er al sinds het eind van de oorlog. Jaap en Jelle waren wat van plan. In het schuurtje hadden ze een lang touw gevonden. Hier moest wat mee gebeuren. ‘Kunnen we geen berg beklimmer spelen?’ Zei Jaap.
Ja, dat was een goed idee. Maar nu zijn er weinig bergen in Den Helder, en naar de duinen was nog een stuk lopen. Dus het plan werd opgevat het touw boven in de mast vast te maken. Er was een stalen oog, waar het mooi doorheen zou kunnen. Met wat geklauter konden ze net op het schuurtje komen. Het touw werd door het oog gehaald, en dan weer naar beneden. Jaap zou Jelle dan optrekken, net als een echte bergbeklimmer. Jelle maakte het touw rond zijn middel vast, en Jaap begon te trekken. Een klein stukje van de grond, en Jelle hing horizontaal in het touw. Dit was niet de bedoeling. Hoe ze het touw ook vastmaakten, steeds lag Jelle op zijn kant, op zijn hoofd. Maar niet rechtstandig omhoog. Dit moest anders, het zou lukken! Jelle had een idee. ‘Als we nu het touw eens achter m’n shirt langs laten lopen. En dan zo langs mijn nek omhoog. Dan hou ik mijn hoofd wel een beetje schuin om het niet te laten wegschieten. Dit alles gebeurde achter een twee meter hoge schutting. Daar achter was een straat. Dus zo gebeurde het. Jaap begon te hijsen, en Jelle ging beetje bij beetje omhoog. Read the rest of this entry →

28

01 2012

De laatste helikopter voor Kerstmis

De laatste helikopter voor Kerstmis

Paul had net een vracht met speciaal voedsel op het platform afgeleverd. Het was bedoeld voor de speciale kerst maaltijd aan boord van het olie productie platform. Het platform staat zo’n tachtig kilometer voor de kust van Brazilië. Nu snel terug, en naar huis toe. Dit was ook nog twee dagen reizen. Aansluitend was Paul dan drie weken vrij. Z’n gedachten waren al thuis. Hij dacht aan zijn kinderen en kleinkinderen. Allemaal weer bij elkaar. Eens per jaar was het dan heel druk in huis. Maar dat hoorde er gewoon bij. Al die stemmen door elkaar van de kleinkinderen. Van hoog tot laag. Af en toe een kreet van de kinderen of het wat rustiger kon. Normaal vlogen ze altijd met z’n tweeën. Maar zijn collega zou anders een vliegtuig later moeten nemen. En Paul had hem weg gestuurd. ‘Ga jij nu maar. Ik red die laatste vlucht wel alleen.’ Op de heenweg was net al slecht weer geworden. Maar een helikopter kan heel wat verdragen. Maar wat hij nu zag op zijn radarscherm werd hij niet blij van. Donkerrode wolken partijen. Dit betekend onweer. En in dit gebied kan het aardig tekeer gaan. Paul besloot maar een stuk om te vliegen. Tikte eens op zijn brandstof meter. Dit moest nog makkelijk gaan. Paul droomde weer half weg denkend aan thuis. Grote kerstboom, met alle cadeaus eronder. Kerstmuziek op de achtergrond. Maar ineens een grote lichtflits. ‘Wat krijgen we nu? Komt dat slechte weer mee of zo?’ Paul draait snel aan het knopje van zijn radar scherm om wat uit te zoomen. Plots breekt het zweet hem uit. In plaats dat er beter weer zou zijn aan deze kant. Leek dit nog tweemaal zo erg. Brandstof om nog eens om te vliegen was er niet meer. Dus was het nu recht door het onweer heen. Hij maakte een flauwe bocht naar rechts, om met de neus recht tegen het front in te vliegen. Na één kilometer is het al raak. Heftige luchtbewegingen zorgen dat de helikopter als een steen naar beneden valt. Om vervolgens weer met een noodgang omhoog te vliegen. Read the rest of this entry →

23

12 2011

De Japanse massage

De Japanse massage

En toen werd ik gemasseerd door twee Japanse schonen. Ik geniete van de zachte warme handen rond mijn lichaam. Hier kon ik heel de dag wel blijven. Van top tot teen, en voelde ook steeds een deel van deze dames tegen mijn lichaam. Er ging af en toe een rilling door mij heen. Ik kijk eens opzij, en zie dat ik allemaal zwarte en witte vlekken over mijn lichaam heb. Nu kijk ik voor mij, en krijg nog te eten ook. Maïspap met bier?! Verrek, ik ben een koe! Ik moet dit dromen. De massage gaat door, en nu zitten ze aan mijn uiers. Ben ik nog een vrouwtjes koe ook! Ik knijp m’n ogen dicht. Het is nu donker en stil. Kan amper adem halen. Aan mijn poten voel ik iets kouds en zacht. Het is modder. Langzaam verhef ik mij. En mijn ogen komen net boven water uit. Het water is warm, en aangenaam als een bad. Maar ik verga van de honger. Zo over het water turend zie ik voor mij een zebra komen aan lopen. Geheel vanzelf, en alsof ik dit al duizenden keren heb gedaan schuif ik over de bodem naar voren. De modder perst langzaam tussen m’n tenen door. Hartslag vliegt ineens omhoog naar ongekende hoogte. Als de zebra volkomen ontspannen zijn tong in het water duwt kan ik het niet meer houden. Alsof er een stroomstoot door mijn lichaam gaat veer ik uit het water op. De zebra schrikt en steigert met zijn voorpoten omhoog. En valt weer terug naar voren om zich om te keren. Maar hiermee beland hij met zijn nek tussen mijn kaken. Read the rest of this entry →

02

11 2011

De avonturen van Kees

De avonturen van Kees

Kees woonde in een soort aanleun woning. Samen met een paar harige vrienden die er meer niet dan wel waren. Hij was altijd thuis, terwijl zijn vrienden vaak uit gingen. Maar hij vond het eigenlijk wel best. Kees had twee kleuren haar. Een beetje wit een beetje zwart. Dat had hij zijn hele leven al gehad. En dat maakte hem bijzonder. Vroeger was hij er vaak mee gepest. Maar nu hij zijn broertjes en zussen niet meer zag was dit tenminste gestopt. Om het minste geringste stampten deze altijd op de vloer. Maar nu had hij tenminste rust. En vandaag zou hij er eens op uit gaan. Gewoon het hekje over, en eens zien wie er eigenlijk in de buurt woonden. Kees liep de steeg door, en wreef eens over zijn oren. Best een leuke buurt toch dacht hij. Maar dan ineens voelde hij een paar handen in zijn rug. Hij schrok zich wezenloos. En wilde direct weg lopen. Maar hij werd tegengehouden. Uren zat hij in een donker vertrek. En was volkomen de weg kwijt. Wat wilde ze met hem doen? Maar dan beland hij in een auto, en heeft geen idee waar ze hem naartoe brengen. Hij kan ze ook niet begrijpen. Terwijl zijn oren toch groot genoeg zijn. Hij stampt van kwaadheid op de grond. En probeert te zien waar ze naartoe rijden. Dan eindelijk is de rit ten einde. En beland nu in een vreemd gebouw. En wordt nu met alle liefde omgeven. En er is zelfs een dokter die hem gerust stelt en onderzoekt.

Read the rest of this entry →

14

10 2011

Treinen genoeg

Treinen genoeg

Hij was amper veertig, en zag er keurig verzorgd uit. Niets op aan te merken. Gewoon, spijkerbroek Polo shirt, en een paar gemakkelijke schoenen. Daar lag het niet aan. Maar in zijn hoofd heerste wanorde. Zijn relatie was vijf jaar geleden beëindigd Twee zoons en een dochter waren er uit het huwelijk ontstaan. Het was pure liefde en hartstocht geweest. Maar hoe heeft het zo mis kunnen gaan? Het is niet dat ze elkaar niet meer mochten, niet meer van elkaar hielden. Dat was het eigenlijk niet. Beide een drukke baan, en wisten niet meer waar de dag begon of stopte. Er was ook niemand anders, maar de vonk was er niet meer. Het voelde nog als broer en zus, anders was er niet meer. Totdat het verlossende woord er uit kwam. Vijf jaar geleden. Het perron was leeg, en somber. Hoge bomen aan weerszijde maakte dit nog dramatischer. Zijn kinderen zag hij niet veel meer. Ondertussen in de pubertijd, en is sowieso een moeilijke tijd. Het lag ook niet aan zijn kinderen. Maar een vader die nooit vrolijk kan zijn zoek je niet al te vaak op. Een andere relatie was er nooit meer van gekomen. Niet dat hij nooit meer een poging had gedaan. Maar na een paar keer word je steeds onzekerder. En denk je dat je het niet meer kan op één of andere manier. Maar vandaag was hij ingetogen vrolijk. Vandaag had hij zijn besluit genomen. Hier zou zijn leven eindigen. Voor hem hoefde het niet meer. Niet meer de schijn ophouden. Geen bakken met pillen meer slikken. Het is mooi geweest. Sorry god, of wat er eventueel is. Had je maar een beter stel hersens moeten meegeven. Één sprong, en weg. Weg naar de vrijheid. Het station scheen leeg te blijven tot de volgende trein. Maar het kon hem ook niet schelen wie erbij zouden zijn. Vrij onbeschoft, dacht hij. Maar dan ben ik er toch niet meer. Thuis had hij een duidelijke brief achtergelaten. Daar moesten ze het maar mee doen. Nog geen trein te bespeuren, hij moest nu toch snel komen. Op de grote digitale klok sprong het volgende cijfer voor. Nog vier minuten, dan was het zover. Bijna aan het eind van het perron. Niemand zou het verder opvallen.

Read the rest of this entry →

25

09 2011

Stukje uit een volgend boek

Stukje uit een volgend boek

Peter kwam aan in Balie. Het schip bleef een hele week in de haven. Het was veel stukgoed. Ofwel veel losse producten. Toen werd er nog veel met de hand gelost. Ook met simpele kranen. Dus alle tijd om alles te verkennen. Peter was vaak alleen op stap. Dat vond hij heerlijk, geen gezeur van zijn maten. En gewoon andere mensen ontmoeten in een wildvreemd dorp. Er werd veel Nederlands gesproken, dus dat was makkelijk. Nieuwe dingen eten, vreemde gewoontes. Hij genoot van al dat nieuws, hij wilde de wereld verkennen en alles weten. Zijn eigen familie was niet zo avontuurlijk. Maar met Peter was dit anders. Als kind stond zijn besluit al vast, hij wilde de wereld over en alles verkennen. Hij was Lenny echt niet vergeten. Maar bij een man ligt dit toch anders. Veel lichamelijker, en kan dingen ook gescheiden zien. Dus gebeurde er best wel wat, het was dan alleen puur lichamelijk. Niets te maken met liefde. Alleen zou hij dat nooit vertellen aan Lenny. Dit zou altijd geheim blijven, zolang hij leefde. Avonds ging hij dan wel weer mee met de bemanning. Die gingen dan ook wel naar de hoeren, dat vond hij niets. Ze vonden dit wat vreemd. Maar Peter had zijn pleziertje al gehad. Het koste dan ook vaak niets, want hij zag er best goed uit. En wie weet sloeg zo’n vrouwtje een rijke zeeman aan de haak. Het was altijd het proberen waard. Maar de gedachte dat hij dit leven nu al achter hem zou moeten laten maakte hem gek. Hij vond haar ook nog veel te jong om nu al een vaste relatie te hebben. Z’n hoofd draaide om. Zoveel indrukken, geuren, gewoontes. Samen met zoveel vreemde op een schip, die ook nog eens een andere taal spraken. Goed, hij leerde dan wel vrij snel de nieuwe taal. Maar hoe druk je jezelf uit. Dit waren allemaal stoere zeelui. Voor emotie was niet echt plaats. En dat terwijl hij best wel een gevoelig karakter had. Maar langzamerhand werd dit veranderd in starheid, vaste gewoontes, niet je gevoelens tonen. Dat maakt je zwak. Het leuke is dan ook nog dat de één voor de ander dit niet wil erkennen. Dus hou je jezelf groot, en doe je mee met de meerderheid. Het lokte ook uit tot gevaarlijke acties. Jezelf moeten en willen bewijzen. Toen ze terug voeren met een lading hout om de kaap heen gebeurde het. Het halve dek lag vol met hardhout.

Read the rest of this entry →

29

06 2011