Gisteren, wat een dag!

Gisteren, wat een dag!

Het begon ’s morgens al. Kijk uit het raam en alles grijs, geen zon. Vervolgens kijk ik naar door mijn zelf vers geverfde vensterbank recht voor mij verwachtend een mooi wit vlak te zien zoals ik hem gisteren toch had achtergelaten. Maar nee, verschillende spinnen poep hopen in de verse verf. die krijg je er niet meer uit. en ook al roei ik alle spinnen rond mijn huis uit. Dan zullen deze niet meer wegtrekken. Ik begin direct over de zin van ons bestaan te denken. Moeten deze niet eens worden aangepakt? Als je alle spinnen poep op een hoop veegt krijg je toch een berg waar je niet overheen kan kijken. Maar dan hoor ik alweer dat stemmetje in mijn achterhoofd… ’ja maar het zijn nuttige diertjes hoor.’ Nou ga dan ergens anders nuttig zitten wezen, maar niet tegen mijn huis aan zitten schijten. Vervolgens kijk ik naar mijn geknakte vinger. Oh ja, dit duurt nog even eer dit weer normaal werkt. Alles wat je dan ook aanpakt, of aanraakt schijnt dan met je middelvinger te moeten gebeuren. Één ding kan ik er wel goed mee. Hij staat stokstijf omhoog. Vervolgens kom je buiten, en kijk nog eens omhoog hoe mooi het toch geworden is al die nieuwe verf. Maar wat zit er nu hoog boven mij? Blijkbaar heeft een hooiwagen het gewaagt om vlak na het schilderen neer te strijken in de verse kleverige verf. Die gaat voorlopig niet meer weg. Jammer joh. We lopen naar de auto, en loop vervolgens nog eens met mijn gezicht door een spinnenweb heen. En normaal kan het me niet schelen, maar deze morgen wel. Ik sla wild om mij heen, en weet dan toch weer mijn middelvinger tegen de vuilnis bak te slaan. Waarom doe ik dit? We stappen in de auto en vervolgens begint er direct iemand achter mij te duwen. Wat heb ik misdaan? Ik wil geen haast hebben. Bij het volgende stoplicht gaat hij een andere kant op. Vervolgens denkt de wagen voor mij alleen op de wereld te zijn. En gebruikt daarom bij geen enkele afslag zijn richtingaanwijzer. Kijk je kan het wel eens vergeten, of te laat zijn. Maar mijn hele gevoel zegt dat dit een hufter is. Ik zie een dikken nek, grote rubberen oren. Zoals je op een speelgoed varken zou aantreffen. Je kan ook totaal niet meer door de auto heen kijken. Hij is gewoon stampens vol. Ook op de achterbank zitten twee enorme personen. Hij heeft geen kofferbak, en het lijkt wel of ze elk ogenblik door de achterruit naar buiten kunnen floepen. Allemachtig, deze zijn niet ingestapt, maar hebben deze met z’n allen aangetrokken. Dit kan niet anders.

Ik sta voor de buitenlandse groenten kraam om een halve kilo pepers te kopen. De beste man staat aan de andere kant van de kraam. En verder geen klanten. Dus ik wacht geduldig tot hij uitgefrutseld is. En ik kijk nog eens naar het kistje pepers. Aardig overrijp. Wat, zie ik er ook nog een plekje aan hier en daar? En graai nog eens verder in die bak. Hij ziet mij toch wel staan? Ben ik onzichtbaar. Droom ik het of zo. Warempel komt er een andere klant aangelopen die direct wordt geholpen. Ja, dat was het. Ik loop weg, duw die pepers maar ergens waar de zon niet schijnt. Ik straal echt iets verkeerd uit vandaag. Dan op het winkelcentrum. Vogelvrij verklaard voor de scootmobiel. Bedoel voor degene die er niet in rijd dan. Geweldig voor de mensen die er in zitten, maar ik hoef er nog niet in. Ze rijden de vouwen uit je broek. Je moet er eens voor gaan staan. Kwaad kijken naar je. Of de hele wereld schuldig is aan het niet meer lopen van deze personen. Vandaag of morgen een grote kop in de krant. Ketting botsing op het winkelcentrum, 56 gewonden waarvan 60 winkelend publiek. Ik weet het, soms draaf ik door. Vervolgens komen we langs onze vaste muziek man met accordeon. Ik kijk eens goed naar zijn handen. Hij speelt niet echt! hij doet maar wat. Zit rustig aan zijn neus te peuteren, en de muziek gaat gewoon door. het is een wonder! Het kan ook de dvd zijn die op staat natuurlijk. Niets is meer echt, bah. Terug richting auto langs de loempia kraam. En ik denk nog, daar heb je nu ook helemaal geen last van. Bedoel, geen bedreigingen of zwarte vlaggen met onbegrijpelijke teksten. Dichterbij zie ik het al. Een rij van hier tot Vietnam. Ja populair zijn ze ook nog. Maar het is maar één maal per week. Ik blijf staan. Vrouw lief begrijpt mij en loopt met de zware tassen richting auto. Ik zie je zo wel. Wachten wachten, nog eentje voor mij. Ha, weldra een kip loempia met zwaar sambal erop. Het water loopt me al in de mond. Dan zegt de persoon voor mij 15 loempia’s. Huuu, dit meen je niet. Wees fatsoenlijk. We willen allemaal vandaag nog aan de beurt komen. Gebakken mevrouw? Ik kijk omhoog, en vraag hem laat ze ongebakken bestellen. Ja, gebakken graag zegt ze. Brrr, heb ik dat? Mijn vrouw was al weer terug. Ze had zelfs nog wel een cursus Russisch kunnen doen tijdens het wachten. Eindelijk ben ik aan de beurt. Gloeiend heet is hij, dat moet! Ik loop naar de zijkant, waar mijn vrouw meewarig naar mij kijkt. Ja, het zijn van die momenten dat ik even weg kan dromen. ze vraagt wel eens een hapje. maar daar blijft het ook bij. Ik draai mij om richting de loempia kraam. Geens mens meer. Niemand, geen enkele klant nada! Ze hebben gewoon met z’n allen stiekem op het hoekje staan wachten tot ik kwam aanlopen. Ik ga maar weer wat verven.

Toch nog een happy end….

About The Author

Martin van Gijn

Other posts by

Author his web sitehttp://martinvangijn.nl

07

09 2014

Your Comment