Ode aan de leraar
Ode aan de leraar
Uithoudingsvermogen, gezag, vrolijk, gevat, stand houden. Natuurlijk hebben sommige dit van huis uit. Maar niet iedereen is ooit zover gekomen. Is dit wel aan te leren? Om elke dag toch weer te inspireren. Om toch weer die leerstof interessant te maken. Hoe anders gaan ze nu dan om met kinderen tussen vijf en tien jaar. Fantastisch. Wij moesten tafels opdreunen, geschiedenis was dodelijk saai. Jaartallen onthouden. Dit was pas belangrijk. Gelukkig is het nu zoveel beter geworden. Als je naar de volgende klas gaat moet je door een poort heen. Fysiek bedoel ik. Door een kozijn met een trap. Onder luid gejoel van de andere kinderen en de leraren. Een heel feest. Wat was het bij mij vroeger dan dodelijk saai. Het enige dat bij ons nog iets had was kerstfeest. Een toneelstuk. Er waren meer kinderen dan te vergeven rollen. Dus werden er wat rollen bij verzonnen. Er stonden blijkbaar veel bomen in Jeruzalem. Want ik was er eentje. M’n armen waren takken. En mocht ze niet bewegen. Kun je het voorstellen? Minuutje of twintig met je armen opzij. Dus stond ik wat te wankelen. Mijn moeder zat ook in de zaal. Ze vond het prachtig. Ik voelde me zo ontzettend lullig. Dan was er ook nog een soort rondgang op het eind van de avond. Liep je met een kaarsje in je hand achter elkaar aan. Het was meer een martelgang. Want na enkele minuten begon het kaarsvet te druipen. En aangezien dat je de kaars zonder houder in je hand had. Stroomde het hete kaarsvet vrijelijk over je handjes heen. We moesten er nog bij zingen ook. Het was meer au au au, wel op toon. Het meeste heb ik dan ook verdrongen. Ik wil geen boom meer zijn. Ik wil gewoon mee doen. Als ik nu af en toe mijn kleinkinderen naar school breng is het heel anders. Ik probeer er iets van op te snuiven. En probeer mijzelf in de tijd terug te verplaatsen. Met een beetje fantasie koppel ik het beeld van nu aan vroeger. Even lukt het mij. Maar dan komende onverbiddelijke tafels weer langs. Twee maal zeven, drie maal zeven. Slag bij Nieuwpoort. Waterloo, het doet me nu nog alleen aan Abba denken. Maar met de aanblik van de lieftallige leraressen die mijn kleinkinderen ontvangen put ik troost. Wat is er veel veranderd, wat is er gelukkig veel veranderd.
[wp_ad_camp_1]
haha, ik weet het nog. Heb je die foto nog, ik zie hem voor me.Je stond helemaal achteraan.
Ik was toch wel trots, hoor. Mijn zus was nog een keer prinses en ik ben helemaal niks geweest. Nog erger.