In oorlog op afstand

In oorlog op afstand.

Blijkbaar zijn we in oorlog, maar ik merk er niets van. Als ik niet naar het nieuws zou kijken of luisteren zou ik er niets van weten. Geen gebulder op de achtergrond, geen rook pluimen aan de horizon. Geen F16 die schetterent langs vliegt. Geen geweerschoten op afstand. Inplaats daarvan vogels die vrolijk fluiten op één van de eerste zonnige dagen. Oorlog is ook niet meer wat het geweest is blijkbaar. Ik heb het nooit zelf meegemaakt, maar ooit gehoord van mijn ouders. Je was in oorlog, er was een constante angst. Morgen kon je huis er niet meer staan. Een paar keer in de week lucht alarm. Het zware geluid van vliegtuigen die hoog over vlogen. Nee, niets van dat alles. Alles draait gewoon door, zelfs de beurzen bewegen niet echt op alle berichten. Zijn de regels echt veranderd in al die jaren? Eens kijken, wat hebben we? Een gestoorde gek die de baas speelt over een heel volk. Een flink stuk van de bevolking die er achteraan huppelt. Nog een deel die eigenlijk niet mee wil, maar om het gezeur af te zijn meeloopt. Dan het overgrootte deel die uit pure angst al jaren niets durft te zeggen. Maar dan begint het toch te kriebelen. De immer sluimerende vonk vrijheid genaamd. Als een heidebrand gaat deze voort.

Ondergronds gloeit hij door. Tot er een zwak plekje is, en het vuur weer boven komt. Onverwachts, maar zeker. Rook kringelt op, en wordt meer en meer. De bovenlaag verzwakt en stort langzaam in. De rook is zwart geworden, en schreeuwt om zuurstof. Dan is het zover. Een niet zichtbare vonk ontsteekt de dikke rook. Een heldere vlam flakkert vastbesloten boven het gortdroge veld. In deze fase had het nog met een simpele voetafdruk gedood kunnen worden. Maar steeds als dit gebeurd worden de vlammen sterker. Eentje gaat uit, en er komen er twee terug. Twee gaan uit, en er komen er vier terug. De mensen pikken het niet meer. Ook al raakt je beste vriend gewond, of zelfs dood. Alles is verloren als je nu niet vrij kan zijn. Je moet doorgaan. Zijn vrouw, zijn kinderen zullen vrij zijn. Vrij om te denken wat zij willen, voelen, delen, kiezen. Zij zullen opgroeien in een nieuwe wereld. In een wereld die creatief is. In een wereld die vrij is voor iedereen. Niemand kan de mens onderdrukken. Het lukt misschien jaren, misschien veertig jaar. Maar dan is plots die verborgen heidebrand. Hij is boven de grond en blijft boven de grond. Maar er is hulp nodig. Het vuur is nog klein, en heeft nieuwe brandstof nodig. De eerste hulp is de belangrijkste. Hij moet zonder eigenbelang zijn, en geen nieuwe beperkingen opleggen. Het vuur moet zuiver gehouden worden, en geen rook meer verspreiden. Er zijn nog veel heidebranden die langzaam boven komen. Hopelijk kunnen ze op eigen kracht overleven. Maar als er hulp nodig is moeten we een hand toesteken. Alleen in vrijheid kunnen we leven, problemen oplossen van ongekende aard. Misschien is een wereld vrede dan toch nog mogelijk. Als we er niet in geloven, zal het ook nooit gebeuren.

[wp_ad_camp_1]

About The Author

Martin van Gijn

Other posts by

Author his web sitehttp://martinvangijn.nl

20

03 2011

Your Comment